HARDERWIJK - 'Als jochie weet je niet half wat er allemaal gaande is maar je voelde wel de spanning in huis, vooral ook omdat mijn broer in het verzet zat.' Jan Foppen (92) herinnert zich de laatste oorlogsdagen in Harderwijk nog goed. Samen met de rest van de familie zit hij aan de illegale radio gekluisterd en volgt de opmars van de geallieerden. Zijn verhaal is te zien in de laatste aflevering van ons programma '75 jaar vrijheid: in het spoor van de bevrijders', waarin we vandaag stilstaan bij de bevrijding van Harderwijk.
Vader Foppen is melkboer en woont aan de rand van het centrum op de Kuipwal met zijn vrouw en vier kinderen. Daar krijgen ze mee hoe de Canadezen steeds dichterbij komen. Ermelo is bevrijd, de tanks staan niet veel later aan de rand van de stad.
Verzetsman voorkomt beschietingen
'Het was de bedoeling dat ze Harderwijk onder vuur zouden nemen met de artillerie', aldus Foppen, 'maar één van de verzetsmensen is toen naar de Canadezen gegaan en heeft dat gelukkig kunnen voorkomen door te zeggen dat er niet veel Duitsers meer waren. Anders waren er een heleboel onschuldige slachtoffers gevallen, nu is er vrijwel niet gevochten.'
Die verzetsman is Marinus Baars, die - gezeten op een tank – op 18 april met de geallieerden meerijdt de stad in. Een uitgelaten menigte verwelkomt de Canadezen en Baars is niet de enige die meelift.
Foppen: 'De binnenkomst op 18 april staat me nog goed bij. Toen ze kwamen, ben ik ze nog een stuk tegemoet gegaan. Eén of twee kilometer. En dan weet je 't wel hè...dan mocht je een stukje meerijden. En toen kwamen we bij Hotel Baars, hier in de stad. Dat werd hun hoofdkwartier.'
Mensen op een tank bij de molen in Harderwijk, foto: Streekarchivariaat Noord-West Veluwe/Gemeente Ermelo
Uitstippelen opmars
Luitenant kolonel MacAvity neemt inderdaad zijn intrek in het hotel. Met zijn officieren stippelt hij alvast het vervolg van de opmars uit. Want veel tijd om feest te vieren is er niet. De volgende dag al vertrekken de geallieerden weer in de richting van Nunspeet.
'De tanks werden gestald onder de bomen op het Kerkplein', vervolgt Foppen. 'Zo'n 17 stuks. De bemanning sliep op de tanks, er onder of er achter. Een ander eskadron ging door naar de Boulevard. Er is bijna niet gevochten.'
Ontsnapping
De Duitsers die nog in Harderwijk zijn, bieden geen tegenstand meer. Ze weten dat de oorlog verloren is. Maar ze proberen nog wel een veilig heenkomen te zoeken. Aan de andere kant van het IJsselmeer ligt Amsterdam, in het nog niet bevrijde westelijke deel van Nederland.
'Er lag nog een Duitse boot met marinemannen', vertelt Foppen. 'Die wilden nog wel ontsnappen. Maar de tanks aan de Boulevard hadden hun loop op het IJsselmeer gericht. Toen de Duitsers de haven uitkwamen, kregen ze van de Canadezen een schot voor de boeg. De Duitsers kwamen onmiddellijk terug en werden keurig krijgsgevangen gemaakt.'
'Toen kwamen de rood-wit-blauwe vlaggen tevoorschijn, die de mensen jarenlang verstopt hadden. Het was feest, iets totaal anders dan we gewend waren, van de ene op de andere dag. De mensen waren blij, toen kwamen ook de sigaretten en de chocola tevoorschijn. De jeugd ging naar het Kerkplein en de Boulevard en snoepte van de Canadezen', vertelt Foppen.
Feest in de Donkerstraat in Harderwijk, foto: Streekarchivariaat Noord-West Veluwe/A. Jansen
Brood als cake
Persoonlijk heeft Jan Foppen, die zijn hele leven nog niet gerookt heeft, een andere associatie met de bevrijding: brood.
'Het brood dat de Canadezen in die mobiele keukens bakten. Dat was als cake voor ons. Wij waren dat kleffe brood gewend uit die oorlogsdagen. Van buiten wel een beetje bruin, maar van binnen was 't....bweeh. Maar goed, dat Canadese brood was net cake, en 't smaakte ook als cake, heerlijk.'
Bekijk de video.
Meer over de bevrijding van Harderwijk is vandaag te zien in de laatste aflevering van de serie '75 jaar vrijheid: in het spoor van de bevrijders'. Het programma wordt uitgezonden om 17.35 uur bij Omroep Gelderland. Kijk hier alle uitzendingen terug.