OTTERLO - Een Canadese tank geparkeerd bovenop een schuilplaats voor zeer kostbare kunstwerken. Het bezorgt Willy Auping als conservator en waarnemend directeur van het Kröller-Müller Museum in Otterlo in 1945 hartkloppingen. Maar het gaat goed, de Van Goghs blijven gespaard en niet veel later helpen Canadese soldaten zelfs het museum zo snel mogelijk weer open te krijgen. Dit verhaal is te zien in ons programma '75 jaar vrijheid: in het spoor van de bevrijders', waarin we vandaag stilstaan bij de bevrijding van Otterlo.

Noodhospitaal in museum

Het museum is in 1945 in gebruik als noodhospitaal. Na operatie Market Garden moeten ook de Arnhemse ziekenhuispatiënten evacueren.

'Binnen twee weken werd er een houtwerkplaats ingericht om bedden te maken en werden er een latrine en zelfs een begraafplaats aangelegd. Uiteindelijk herbergt het noodhospitaal in het museum 310 volwassen patiënten, 40 kinderen en nog eens 30 onderduikers', zo vertelt Isabelle Bisseling van het Kröller-Müller. De verpleegsters worden ondergebracht in jachthuis Sint Hubertus, de doktoren in boerderij De Pampel.

De tekst gaat verder onder de foto:

Foto: archief Kröller-Müller Museum

Kunstcollectie in schuilkelder

De kunstcollectie is dan al verhuisd. Helene Kröller-Müller ziet begin 1939 de bui al hangen en laat een schuilkelder bouwen om haar collectie in veiligheid te kunnen brengen. Die kelder is klaar op 22 juli 1940 en direct daarna wordt een groot deel van de kunstwerken per kar naar de schuilplaats gebracht.

Die kelder is deels uitgegraven, wordt beveiligd met dikke kluisdeuren en een enorme laag beton en wordt tot slot afgedekt met acht meter zand. Zo ontstaat een ruimte die er van buiten uitziet als een zandduin en goed verscholen opgaat in de natuurlijke omgeving van het Nationaal Park De Hoge Veluwe.

De tekst gaat verder onder de video: 

Rondleiding 

Vijf jaar liggen de werken daar, beheerd en ook voor een deel gerestaureerd door Rijksrestaurator Jan Cornelis Traas. Isabelle Bisseling: 'Willy Auping heeft later wel eens gezegd dat de collectie er beter uitkwam dan dat hij er in ging.' 

Toch ging de kluisdeur af en toe nog open. 'Auping vond het heel jammer dat de collectie niet zichtbaar was voor iedereen. Af en toe gaf hij de dokters daar een rondleiding en ook liet hij patiënten soms een kunstwerk zien waarover hij dan vertelde. Je kunt in zijn gastenboek de dankbetuigingen van patiënten teruglezen. Zij vonden dat een lichtpuntje.'

'Historisch monument'

Patiënten, verpleegsters en doktoren kunnen juichen als op 15 april 1945 de Canadese tanks langsrijden, op weg naar Otterlo. Maar Duitse tegenstand maakt dat nog diezelfde avond die troepen terugkeren en kamp maken rond het museum.

De tekst gaat verder onder de foto:

Foto: archief Kröller-Müller Museum

Een tank parkeert zelfs bovenop de zandduin waaronder zich de schuilkelder bevindt. Auping schrok zich een hoedje: 'Hij is er meteen naar toe gegaan en heeft uitgelegd wat er onder die tank verscholen lag. De Canadezen konden het bijna niet geloven, maar hebben de tank verplaatst en een label aan de deur gehangen dat het een historisch monument betrof.'

Bevrijding

Een dag later is de bevrijding dan toch definitief. De Canadese troepen legeren in Hoenderloo en luitenant kolonel Gerald Levenston raakt bevriend met Willy Auping. Beiden zijn kunstliefhebber en als Auping hem in september om hulp vraagt bij de herinrichting van het museum denkt Levenston niet lang na.

'I simply asked the men, and they went right to work as a voluntary effort', zo vertelt hij later. Zijn soldaten transporteren de kunstwerken terug naar het museum. Het Kröller-Müller kan dan op 6 oktober 1945 weer open voor het publiek.

Zie ook: De laatste fanatieke Duitsers op de Veluwe: de onverwachte Slag om Otterlo

De serie '75 jaar vrijheid: in het spoor van de bevrijders' is tot en met 30 april om 17.35 uur te zien bij Omroep Gelderland. Kijk hier alle eerdere uitzendingen terug.