ZUTPHEN - Betje Noach-Noach en Israël Abraham Noach woonden hun leven lang in Zutphen. Maar in de oorlog werden ze weggevoerd vanuit Arnhem, waar ze op dat moment op familiebezoek waren. Ze zijn in Auschwitz omgebracht. Hun dochter Wilhelmina (Willy) Noach overleefde de oorlog wel, maar wilde er nooit over praten. Pas 75 jaar na het einde van de oorlog kreeg Willy's dochter Miriam Vaz Dias een bijzondere erfenis van haar oma Noach.

Miriam Vaz Dias: "Mijn moeder kwam uit Zutphen. Als het daarover ging, zag je weemoed, maar ook een twinkeltje in haar ogen. Horen kon je het niet, ze sprak zonder enig accent. Meestal tenminste, er was één uitzondering en dat was als haar nichtje uit Apeldoorn belde. Ik zat als kind dan op het puntje van mijn stoel. Prachtig vond ik het, om haar te horen praten in het Zutphens. Waarover het gesprek ging, maakte me niet uit, maar die klank. Ze was dan iemand anders, ze ging zo maar terug naar een wereld die ik helemaal niet kende. Vertellen over haar jeugd deed ze weinig, maar toch.

Wilhelmina Vaz Dias - Noach en haar man - foto Miriam Vaz Dias
 

Bijna niemand kwam terug

Ik weet nog wel het een en ander. Zo had ze een vriendinnetje, Sinie Kuiper. Ze woonden allebei in de straat Barlheze, of, zoals mijn moeder zei: ‘de Balèze’. Samen met andere schoolmeisjes had ze ook ooit bloemen aangeboden aan Koningin Wilhelmina, toen die een bezoek aan Zutphen bracht. Voor de oorlog woonden er nogal wat Noachs in Zutphen en omgeving. Neven, nichten, ooms en tantes, het was één grote joodse familie. Na de oorlog waren er niet veel meer over, maar ik herinner me nog twee neven van mijn moeder: oom Bram en oom David. Twee broers, de één nog kleiner en ronder dan de ander, maar altijd opgewekt en bereid om voor ons een ijsje te kopen wanneer we in de zomer gezamenlijk vakantie vierden in Zandvoort. Later werd dat Scheveningen, omdat er in Zandvoort zoveel Duitsers kwamen. Volgens mij was dat in Scheveningen niet anders trouwens.

'We hebben allebei twee handen aan ons lijf'

Mijn opa en oma Noach waren niet orthodox te noemen, maar er werd koosjer gekookt, dat wil zeggen, er was een melk- en een vleesaanrecht in de keuken. Mijn zus vertelde ooit, dat zij en mijn broer altijd pinda’s mochten pellen en dat ze heel graag bij hen logeerden. Een lievere opa en oma waren er niet. Helaas weet ik dat alleen uit de verhalen van mijn broer en zus, ik heb ze niet gekend, ze hebben Auschwitz niet overleefd. Voor mijn moeder was dat laatste geen onderwerp van gesprek. Ze heeft haar verdriet, voor zover wij als kinderen wisten, in stilte gedragen. Mijn vader had opa en oma Noach aangeraden onder te duiken, hun antwoord daarop staat in mijn ziel gegrift: 'Als we moeten werken daar, we hebben allebei twee handen aan ons lijf'.

Wilhelmina, Betje en Israël Noach in Zutphen (1929) - foto Miriam Vaz Dias
 

'Ik weet niet of wij nog terugkomen...'

Onlangs overkwam mij iets wonderlijks. Van een vriendin hoorde ik dat ik gezocht werd door iemand via het radioprogramma 'Adres Onbekend.' Er werd gezocht naar de dochters van Willy Noach, getrouwd met de heer Vaz Dias. De zoekster bleek de dochter van Sinie Kuiper, het schoolvriendinnetje van mijn moeder te zijn. Mijn zusje en ik hebben in de zestiger jaren eens bij haar gelogeerd. De vriendinnen hadden na jaren elkaar weer gevonden. Daarna verwaterde het contact weer. Maar nu had Hanny, de dochter van Sinie iets voor mij. Uit het huis van haar moeder kwam een vleesschotel, die haar oma ooit in bewaring had gekregen van mijn oma Noach: 'Ik weet niet of wij nog terug komen, mocht dat niet zo zijn, dan is die schaal voor jou.' Er was heel goed op gepast. Niemand mocht hem afstoffen, alleen Hanny ’s oma en later haar moeder. In de radio-uitzending van Adres Onbekend kreeg ik van Hanny de schaal die ooit van mijn oma was. Ik zal er bijzonder goed op passen en hem te zijner tijd doorgeven aan mijn kinderen. Zo’n geschenk krijg ik nooit meer." - Miriam Vaz Dias

De vleesschotel van oma Betje Noach - foto Miriam Vaz Dias

Meer oorlogsverhalen over een gewoon gezin in ongewone tijden staan te lezen op het weblog van Miriam Vaz Dias.