ARNHEM - Net als vele anderen komt hij er speciaal voor overgevlogen. De 82-jarige Max Nathans woont al jaren in Israël, maar voor de onthulling van een Joods monument zondag komt hij graag naar Arnhem. Tijdens de oorlog zat Nathans ondergedoken. Een groot deel van zijn familie werd gedeporteerd. Samen met zijn broers en meer dan 200 andere overlevenden of hun naasten, staat hij daar deze dag weer bij stil.

Arnhem wil met het monument de herinnering aan de tijdens de Tweede Wereldoorlog uit de stad weggevoerde Joden levend houden. Het is het eerste officiële monument in de stad dat omgekomen Joodse inwoners herdenkt.

Tekst gaat verder onder de reportage.

Voor het kunstwerk koos ontwerpster Betty Jacobs voor een duidelijke symboliek. 'Eerst wilde ik een stapel koffers, maar uiteindelijk is hiervoor gekozen: één koffer en een Joodse Thora-gebedsrol, dat kun je ook mooi strak vormgeven.' 

Het gedenkteken staat op een grote sokkel met voldoende ruimte om op te zitten. Jacobs: 'Dat is de bedoeling, dat mensen daar gaan zitten en er over nadenken wat er in de oorlog is gebeurd en wat er nu nog steeds gebeurt'.

Het monument naast de Eusebiuskerk - foto Omroep Gelderland

Ondergedoken in de Betuwe

Nathans is blij dat hij is uitgenodigd voor de onthulling. 'Onze familie is de derde grote groep van weggevoerde en vermoorde Joden uit Arnhem, na Cohen en De Leeuw.'

Van de oorlog kreeg hij niet heel veel mee. 'In mijn vroege jeugd heb ik eigenlijk alleen maar ondergedoken gezeten in de Betuwe. Pas na de oorlog ben ik alsnog in Arnhem terechtgekomen. Na de oorlog hoorde ik ook pas dat ik twee broertjes had gekregen.'

Tekst gaat verder onder de foto.

Afbeelding
Max Nathans als kind bij onderduikadres in Zetten (privéfoto Max Nathans)

Sterke band met broers

Al vrij snel ging Nathans naar het buitenland, maar de band met zijn broers is in die jaren alleen maar sterker geworden. Dat hij nu samen met hen bij de onthulling is, maakt het extra bijzonder.

Het monument staat tussen het begin van de Kerkstraat en de Eusebiuskerk. Vroeger was daar de Kippenmarkt, waar de Godsdienstschool voor de Israëlitische Gemeente stond en waar ook de synagoge en het Joodse badhuis waren.

Tekst gaat verder onder de foto.

Afbeelding
De broers Nathans met burgemeester Marcouch. Foto: Omroep Gelderland

De Joodse gemeenschap in Arnhem bestond net voor de Tweede Wereldoorlog uit zo'n 2000 mensen. Ongeveer 1500 overleefden de oorlog niet. In november 1942 vond de grootste deportatie van Arnhemse Joden plaats, vandaar dat als datum voor de onthulling van het gedenkteken voor 17 november is gekozen.