HEERDE - NSB'er Johannes Hendrikus Buyink was in de oorlog tot 1943 chef-veldwachter in Heerde en daarna via zijn activiteiten als commandant van de politie Zevenaar in dienst van de SD (Sicherheitsdienst) in Arnhem. In Wapenveld was hij onder meer betrokken bij het opzetten van een razzia. Buyink rolde een verzetsgroep op en pakte in Heerde verschillende Joodse mannen op. In de nieuwe versie van het boek 'Vertel mie oe verhaal' van Jan Nitrauw wordt zijn kwalijke rol beschreven.
Als commandant van de politie-eenheid Zevenaar woont hij in het huis van de familie Gans waarvan de bewoners - vader, moeder en de kinderen Jacob en Hugo Rudolf - in mei 1943 zijn omgebracht in Sobibor.
Vanuit Zevenaar wordt hij gedetacheerd bij de Rijksrecherche in Den Haag en ingedeeld bij de SD in Arnhem. Hier werkt hij aan het opsporen van een verzetsgroep in de Over-Betuwe, een actie die bekend wordt als de Elster bonnenfraude.
Politiemensen en gemeenteambtenaren in Elst verlenen daarin hulp aan onderduikers. Lid van die verzetsgroep is Albert Marskamp, marechaussee in Lent. Hij is in november 1943 bij zijn schoonouders in Wapenveld op bezoek en wordt daar door Buyink gearresteerd.
De tekst gaat verder onder de foto.
Albert Marskamp. Foto: familie Marskamp
De 'Schrik van Gelderland' jaagt op het verzet
Door toedoen van Buyink komt Marskamp in Vught en later in Sachsenhausen terecht, hij overleeft ternauwernood. Marskamp houdt er een dagboek bij dat door zijn dochter is uitgewerkt.
Uit zijn dagboek: 'Ik werd gearresteerd door veldwachter Buyink, de schrik van Gelderland. Hij feliciteerde mij op het gemeentehuis in Heerde in oktober 1940 als eerste met mijn ondertrouw. In november 1943 arresteerde hij mij in Wapenveld'.
Van de totaal 17 leden van de Elster groep komen er maar zeven terug uit de concentratiekampen.
Uitgehongerde kampbewoners eten kat op
Over zijn gruwelijke kamptijd schrijft Marskamp: 'De lageroudste hield er een kat op na. Het gelukte ons echter dit beest in onze barak te lokken en dood te slaan. Wij peuzelden hem rauw op, tot het laatste opengesneden en uitgewaschen stukje darm aan toe. We waren uitzinnig van honger. Sommigen lagen dood op bed, anderen zaten dood op de wc. Op 7 maart 1945 was ik zo verzwakt dat ik bijna niet meer kon lopen. Mijn benen waren opgezwollen van de hongeroedeem en 's morgens was mijn hoofd gezwollen van het vocht'.
Dossiers van Politieke Opsporingsdienst in streekarchief
Marskamp ontvangt na de oorlog het Verzetsherdenkingskruis en Buyink wordt in 1949 tot negen jaar cel veroordeeld terwijl 14 jaar was geëist. Het maken van keuzes in de oorlog is een belangrijk thema in het boek van Nitrauw.
In de eerste maanden na de bevrijding was het tijd voor een afrekening met foute Nederlanders en met gevangen genomen Duitsers. De schrijver kon tot zijn grote verbazing in het Streekarchief Epe, Hattem en Heerde dossiers van de Politieke Opsporingsdienst (POD) raadplegen.
Informatie die normaliter alleen te vinden is in het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging. Met het oog op privacy van nog levende personen zijn die dossiers zeer beperkt toegankelijk. Hoe het kan dat de stukken voor wat betreft de gemeente Heerde in het streekarchief te vinden zijn, is een raadsel.
Nitrauw: 'Ik heb de afgelopen maanden weer veel gesprekken gevoerd, ook met kinderen van NSB'ers. Na de oorlog was er sprake van een brede zwijg- en vergeetcultuur om de ellende van de oorlog door hard werken te vergeten. Maar duidelijk is dat ook 75 jaar na de bevrijding de impact van die tijd nog steeds groot is, ook bij de nazaten. Het vertellen van de verhalen en het waardig herdenken draagt ook nu nog bij aan het verwerken van hun verleden.'
Vertel mie oe verhaal, de oorlog en de afrekening is een uitgave van Uitgeverij Gelderland in Epe en vanaf begin maart verkrijgbaar in de boekhandel.