APELDOORN - De strijd tussen de Duitsers en het verzet wordt steeds heviger naarmate de oorlog vordert. Op 22 november 1944 heeft de bezetter vijftien kopstukken van het verzet aangehouden en hen gevangen gezet in de zwaar bewaakte Koning Willem III kazerne in Apeldoorn. Om de verzetsleiders te bevrijden gaan "Frank" van Bijnen en "Paul" Esmeijer op 28 november de situatie ter plekke verkennen, maar het gaat mis en ze worden ontdekt. Er ontstaat een vuurgevecht en de mannen proberen te ontkomen, maar ze worden geraakt. Esmeijer is op slag dood, Van Bijnen overlijdt een paar dagen later aan zijn verwondingen.
Johannes "Frank" van Bijnen en Samuel "Paul" Esmeijer - foto Oorlogsgravenstichting
Het verzet heeft haast om de gevangengenomen kopstukken te bevrijden, ze zitten al vijf dagen vast en de kans dat één van hen tijdens een verhoor doorslaat en namen noemt neemt toe. Maar de Willem III kazerne is zwaar bewaakt, het is het Apeldoornse verzet dan ook niet gelukt om meer dan een incomplete omgevingsschets te maken. Daarom besluit Johannes van Bijnen, de landelijke leider van de KP (de knokploegen, het georganiseerde gewapende verzet), de organisatie zelf in handen de nemen. Samen met Samuel Esmeijer, die in oktober meer dan veertig verzetsmensen heeft bevrijd uit een gevangenis in Rotterdam, probeert Van Bijnen op 28 november de bewaking van de Willem III kazerne te bekijken.
De mislukte voorbereidingsactie
Ze weten tot vlak bij de kazerne te komen, maar dan worden ze aangehouden. Daarna ontstaat een vuurgevecht waarbij Esmeijer omkomt en Van Bijnen zwaar gewond raakt. De Duitsers proberen hem nog in leven te houden om hem te kunnen verhoren, maar op 1 december sterft hij. Het lichaam van Esmeijer laten de Duitsers achter op straat. De verzetsmannen hebben de omgevingsschets die het Apeldoornse verzet gemaakt heeft bij zich, daardoor hebben de Duitsers in de gaten dat het om een voorbereidende bevrijdingsactie gaat. Op 2 december fusilleren de Duitsers dertien verzetsmensen en een Amerikaanse piloot, hun lichamen en dat van Van Bijnen leggen ze ter afschrikking buiten de kazerne, op straat.
Er is nog een man betrokken bij de voorbereidingen en dat is Huib Verschoor, hij heeft Van Bijnen en Esmeijer naar Apeldoorn gereden. Hij wordt in de buurt van de kazerne opgepakt en komt later in de oorlog om in een concentratiekamp.
Op de site apeldoornendeoorlog kunt u meer informatie vinden over de overval en het monument.
Het keienmonument aan de Apeldoornse Sportlaan, ter nagedachtenis aan de omgekomen verzetsmensen - foto CODA Archief
Frank en Paul
Johannes van Bijnen, verzetsnaam Frank is een grote man in het verzet. Eerst heeft hij een belangrijke rol in de LO, de Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers. Daarna stapt hij over naar het gewapende verzet en is hij zelfs landelijk leider van de KP en verantwoordelijk voor verschillende sabotage-acties. Een van de sabotage-acties die onder verantwoordelijkheid van Van Bijnen wordt uitgevoerd is het laten ontsporen van een legertrein bij Ede. Samuel Esmeijer, schuilnaam Paul, werkt bij de Rotterdamse politie. Hij begint zijn 'verzetscarrière' ook met hulp aan onderduikers voor hij de overstap maakt naar het gewapende verzet.
Een volk dat niet bereid is tegen de verdrukker op te staan en voor zijn vrijheid te vechten, verdient slechts roemloos onder te gaan in de oceaan van vergetelheid
Na de oorlog krijgen ze een gezamenlijk graf op de begraafplaats in Driebergen. Beide mannen worden postuum geëerd: Van Bijnen krijgt de Militaire Willemsorde, Esmeijer het Verzetskruis en er worden straten en gebouwen naar hen vernoemd. Een deel van de Willem III kazerne draagt sinds 1986 de verzetsnaam van Van Bijnen: de Frank van Bijnenkazerne. Vanaf 1984 heet de Nederlandse Politie Academie in Apeldoorn het Samuel Esmeijer Instituut.
Op 2 december 1946 is er bij de ingang van de Willem III kazerne een monument onthuld voor de veertien mannen die op 2 december zijn gefusilleerd en voor Esmeijer en Van Bijen.
Het grafmonument van Esmeijer en Van Bijnen, onthuld door prins Bernhard - Oorlogsgravenstichting