BEEKBERGEN - Ze waren uit op een vrachtwagen van de Wehrmacht, om wapens en andere spullen voor het verzet te transporteren, en een partij varkensvlees die in Epe lag opgeslagen; de leden van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) die in de nacht van 6 op 7 maart 1945 bij Woeste Hoeve een Duitse legerauto tegenhielden. Het bleek geen vrachtwagen maar de stafauto van Hanns Rauter, de hoogste SS'er in Nederland.

De nachtelijke confrontatie wordt de opmaat tot een ongekend drama en de grootste massa-executie van de oorlog in Nederland. Want Rauter weet dat de mannen in Duitse uniformen die hem staande houden geen Duitse soldaten zijn. Hij heeft namelijk zelf kort daarvoor bepaald dat buiten de bebouwde kom 's nachts geen voertuigcontroles mogen worden gehouden. Hij trekt zijn wapen en de BS'ers openen tegelijkertijd het vuur. In de kogelhagel die de BMW cabrio van Rauter doorzeeft, komen zijn adjudant en de chauffeur om: Rauter zelf is zwaargewond. De BS'ers durven niet dichterbij te komen en laten de SS-baas voor dood achter.  

De doorzeefde BMW cabrio na de aanslag - foto Jan Muda, Gemeentepolitie Apeldoorn, NIOD, Beeldbank WO2 

Duitse soldaten stuiten pas een dag later op de auto met de doden en de gewonde Rauter. 'Een aanslag op de belangrijkste SS'er in Nederland', zo zeggen de Duitsers. Rauters tweede man Schöngarth  bezoekt de gewonde Rauter in het ziekenhuis en besluit daarna tot een ongekende wraakneming.

Brute represaille 

Op 8 maart 1945 worden bij Woeste Hoeve 117 gevangenen doodgeschoten die vanuit gevangenissen in Apeldoorn, Assen, Almelo, Zwolle, Doetinchem en Colmschate naar de executieplaats zijn gebracht. Daarnaast worden door het hele land nog eens tientallen gevangenen en Todeskandidaten geëxecuteerd, in onder meer Amsterdam (53), in kamp Amersfoort (49), op de Waalsdorpervlakte (38) en Fort De Bilt (6). In totaal worden 263 gevangenen als represaille doorgeschoten. 

Monument kwestie van lange adem

Op de plek van de executie verrees na de oorlog een eenvoudig houten kruis met een dito tekst. Pleidooien om op de plek een monument met de namen van de slachtoffers te plaatsen werden pas in 1992 gehonoreerd. Toenmalig Commissaris van de Koningin Terlouw onthulde op 4 mei 1992 het definitieve monument mét daarop een verwijzing naar alle 117 slachtoffers. 116 namen en één vermelding 'onbekend'. 

Schöngarth werd na de oorlog in Duitsland opgepakt en daar in 1946 door een Britse militaire rechtbank tot de strop veroordeeld voor de moord op een geallieerde vlieger. Dat gebeurde op 21 november 1944. De Amerikaanse vlieger was uit zijn aangeschoten toestel gesprongen en geland op het Hoge Boekel bij Enschede, op dat moment in gebruik als SD-hoofdkwartier waar Schöngarth de scepter zwaaide en bevel gaf de vlieger dood te schieten. 

Rauter werd in Nederland berecht en op 3 mei 1948 ter dood veroordeeld; hij werd op 25 maart 1949 in de buurt van Scheveningen gefusilleerd, Hij werd naar de executieplaats gebracht door  voormalig verzetsman Christiaan Wisse, die destijds ternauwernood aan arrestatie door de Duitsers kon ontkomen. 10 van zijn vrienden hadden minder geluk.