ARNHEM - Op zondagavond 17 september 1944 zendt de BBC om zeven uur de dagelijkse berichten uit. Bij mededelingen klinkt het codebericht: De kinderen van Versteeg moeten onder de wol. Het is het signaal voor de 30.000 medewerkers van de spoorwegen om het werk neer te leggen, de spoogwegstaking is een feit. Die staking heeft grote gevolgen voor de voedselvoorziening in het westen van Nederland. Al op 27 september stuurt het verzet een bericht naar Londen dat er in Amsterdam al bijna geen vlees, aardappelen en brood verkrijgbaar is.
Met het begin van Market Garden heeft de strijd ook Nederland bereikt. Om te voorkomen dat de Duitsers via het spoor goederen en materieel naar het front kunnen brengen, wordt besloten tot een algehele spoorwegstaking. Dat Seyss-Inquart, de hoogste Duitser in Nederland, meteen na het uitbreken van de staking dreigt de voedseltransporten per boot van het platteland naar het westen stil te leggen, maakt weinig indruk. De oorlog zal immers voor kerst voorbij zijn.
‘Naar aanleiding van een uit Nederland ontvangen vraag en na overleg met het Opperbevel, mede in verband met acties die heden in Nederland zijn aangevangen, acht de regering thans het ogenblik aangebroken, de instructie te geven tot een algemene staking van het spoorwegpersoneel, teneinde het vijandelijk vervoer en troepenconcentraties zo veel mogelijk te beletten.’
De staking is voorbereid: er zijn onderduikplekken geregeld voor de stakers en de gezinnen van de spoormedewerkers krijgen financiële ondersteuning, nu hun loon wegvalt. Maar dat wordt allengs lastiger, omdat men op een snelle bevrijding en dus op een korte staking heeft gerekend.
Hongersnood in het westen
Seyss-Inquart roept direct na het uitroepen van de staking de hoogste Nederlandse ambtenaren die over de voedselvoorziening gaan bij zich. Hij eist dat zij gaan pogen de staking te beëindigen, maar dat weigeren ze. Dan maakt Seyss-Inquart zijn dreigement waar: hij verbiedt het vervoeren van voedsel over het water. Dat maakt een hongersnood onafwendbaar. Nog maar tien dagen na het begin van de staking stuurt het verzet een bericht naar Londen:
"In Amsterdam kunnen we nog rekenen op brood voor vijf weken, aardappelen voor drie weken en vlees voor nul."
De Duitsers beseffen dat zij ook niet gebaad zijn bij een hongersnood, daarom wordt de scheepsblokkade na zes weken opgeheven. Maar het duurt vervolgens nog tot eind december voor ze de binnenvaartschippers zover hebben dat ze voor de Duitsers willen werken. Dan is het te laat: het vriest flink en kanalen, rivieren en zelfs het IJsselmeer zijn onbegaanbaar. De winter van '44/'45 zal de geschiedenis ingaan als de hongerwinter.
Ondanks de hongersnood besluit de regering in Londen, onder druk van de geallieerden, de staking vol te houden. Ook al rijden er al heel snel weer treinen, bereden door Duits personeel.