EINDHOVEN - Nijmegen, Den Haag, Arnhem, Loenen; zomaar een aantal plaatsen die in deze rubriek al de revue zijn gepasseerd waar luchtaanvallen, bedoeld om militaire of economisch waardevolle doelen te treffen veel burgerslachtoffers eisen. Collateral damage (bijkomende schade) zoals de Amerikanen dat ten tijde van de Vietnamoorlog gingen noemen. En of het nu gaat om afzwaaiers (Loenen) of ondoordacht gekozen doelen (Nijmegen); het leed op de grond is groot. Altijd.
Het Duitse bombardement van 14 november 1940 op de Britse stad Coventry zou gezien kunnen worden als het begin van de grote en nietsontziende luchtoorlog waarbij over en weer, en uiteindelijk vooral door de geallieerden ogenschijnlijk alles wat maar overeind stond werd platgegooid, in Duitsland wel te verstaan, maar later ook bij andere gelegenheden. Tijdens de strijd in Italië bijvoorbeeld, of in Frankrijk, kort na D-Day (Caen, Saint Malo),
'Coventrieren' ander woord voor terreur
Tot aan Coventry bombardeerden de Duitsers vooral tactische doelen, zoals vliegvelden, de Britse radar en industrie om Engeland murw te maken voor een invasie. Na de verloren Battle of Britain (31 oktober 1940) veranderde dat beleid. In Coventry vielen zo'n 550 doden en bijna 900 zwaargewonden. Een bombardement dat puur bedoeld was om te doden en te verwoesten: de Duitse propaganda verzon er een woord voor: Coventrieren.
Van hun kant lieten de geallieerden zich ook niet onbetuigd, en gingen na de ervaringen met Coventry alle remmen los als het op het bombarderen van Duitsland aankwam: Der Bombenterror, zoals de Duitsers de onophoudelijke aanvallen op Duitse steden gingen noemen. De Britten kwamen 's nachts, de Amerikanen overdag. Militaire doelen, industrie, maar ook steden van weinig militaire en industriële betekenis kregen er zwaar van langs.
Bijkomende schade
Bij doelen in bezet gebied was dat anders, althans in de meeste gevallen. Met kleine en snelle jagers en bommenwerpers die vanaf lage hoogte hun doelen bestookten, wilden de geallieerden de schade voor de omgeving zo veel mogelijk beperken. Maar helaas vallen, waar gehakt wordt, altijd spaanders.
Nijmegen en Den Haag bijvoorbeeld laten zien dat onervarenheid, slechte en gehaaste voorbereiding en de bereidheid risico's te nemen die onvoldoende worden ingeschat leiden tot onnodig veel slachtoffers. Het bombardement op Loenen, een gelegenheidsdoel, is daar ook een voorbeeld van. Een van de vele.
Eindeloze lijst
Ook eerder in de oorlog vielen de klappen. In Eindhoven bijvoorbeeld, op 6 december 1942, het 'Sinterklaasbombardement' op de Philips-fabrieken. Eindhoven was destijds bij lange na geen grote stad; eerder een langzaam groter wordende 'gelegenheidsformatie' met de eerder geannexeerde randgemeenten Strijp, Gestel en Blaarthem, Stratum, Tongelre en Woensel. De grote Philips-fabrieken torenden boven alle laagbouw, akkers en weidegronden uit. En op 6 december 1942 nam de RAF Philips op de korrel. Met lichte en laagvliegende jachtbommenwerpers als de Mosquito. Doel van de aanval, die keurig is gefilmd, was de fabriek plat te leggen, Meer niet.
Het liep anders. De commentator mag dan zeggen dat rond de fabriek de 'residential area untouched' bleef; de realiteit op de grond was een andere: In de wijken rond de fabriek vielen zeker 150 doden, om het nog maar niet te hebben over de schade (foto boven artikel)
Het NIOD heeft becijferd dat de Duitsers 6 bombardementen hebben uitgevoerd op Nederlands grondgebied tegenover 600 geallieerde. De complete lijst staat hier.