NIJMEGEN - De datum 20 september 1944 geldt officieel als de dag waarop Nijmegen werd bevrijd. Nadat de geallieerden die dag het Duitse verzet bij de Waalbrug hadden gebroken en de belangrijke oeververbinding onbeschadigd in handen hadden gekregen. Maar de bevrijding bracht geen rust in de stad. De bevolking stond een periode van 5 maanden te wachten waarin Nijmegen frontstad was: de granatentijd. De Duitsers deden verwoede pogingen de Waalbrug alsnog te vernielen. Daarnaast werd de stad onophoudelijk bestookt door Duitse artillerie, bommenwerpers en met V1-vliegende bommen. Pas op 17 maart viel officieel de laatste Duitse granaat op de stad.
Dat was te danken aan het op 8 februari gelanceerde geallieerde Rijnlandoffensief waardoor de stad buiten het bereik van de zich terugtrekkende Duitsers kwam te liggen. Bovendien hadden die hun geschut nodig om zich de geallieerden van het lijf te houden.
De verwoesting in de stad was enorm; zo'n 60 procent van het centrum lag in puin als gevolg van het bombardement van februari 1944, de strijd van september en de 'granatentijd' daarna. De laatste twee jaren kostten de stad ruim 2.200 doden, tienduizend gewonden. 4500 woningen en 600 winkels waren zwaar beschadigd of totaal verwoest. 12.000 mensen waren dakloos.
(Deze kaart werd landelijk verspreid door het Actie-Comité ‘Opbouw Nijmegen’, De tekst sloot af met: 'Maar Nijmegen werkt aan een nieuwe toekomst! Nederlanders: De frontstad Nijmegen rekent op U bij den wederopbouw !')
De website Oorlogsdoden Nijmegen wil een digitaal monument zijn voor de inwoners die slachtoffer zijn geworden van oorlogsgeweld. Daar zitten zowel individuele burgers bij die omkwamen toen hun huis werd getroffen of grotere groepen slachtoffers zoals die vielen bij het bombardement op de Kapokfabriek in de wijk Bottendaal waarbij zo'n 100 doden te betreuren waren. .
'Er was geen woning meer die geen schade had opgelopen'
Het oosten van de stad kreeg er het zwaarst van langs. Tal van inwoners zochten in die tijd een veilig heenkomen in de schuilkelders op het voormalige kazerneterrein aan de Gelderselaan, het tegenwoordige Limos-terrein en het klooster aan de Vermeerstraat. Op de website van Nijmegen-Oost staan de nodige verhalen en dagboekfragmenten. Een citaat:
'Op 2 december kwamen onze woningen zoodanig onder granaatvuur der Duitschers te liggen, dat onafgebroken 54 uur aan een stuk duurde, dat veel van het reeds herstelde (van eerder aangerichte schade, red.) weder geheel vernield werd, en zoodanige nieuwe schade werd aangericht dat wij eenige oogenblikken de moed lieten zakken. 36 woningen totaal onbewoonbaar (...)" Er was geen woning meer die geen schade had opgelopen. 'Nergens lag nog een dakpan op zijn plaats en wat nog aan glas heel was, bleek nu ook stuk te zijn.'
Karig met details over aanvallen en slachtoffers
Volgens de website Oorlogsdoden Nijmegen werden over militaire slachtoffers geen mededelingen in de openbaarheid gebracht. 'Burgerslachtoffers mochten wel met naam in rouwannonces vermeld worden, maar het Militair Gezag verbood bijzonderheden over de locatie en over de omstandigheden van de verwoestingen en van de dodelijke treffers naar buiten te brengen. In rouwannonces of op bidprentjes wordt dus meestal volstaan met de formules "door een noodlottig ongeval" of "door oorlogsgeweld".
De 'granatentijd' is en blijft een berucht hoofdstuk uit de Nijmeegse geschiedenis; een bevrijde stad maar nog lang niet vrij.