APELDOORN - De Stichting Dwangarbeiders Apeldoorn vraagt de NS in een brief om ook het leed van dwangarbeiders te erkennen. De NS trok eerder dit jaar 40 tot 50 miljoen euro uit om overlevenden van de Holocaust en hun nabestaanden tegemoet te komen, maar verzetsmensen en dwangarbeiders zijn daar, vooralsnog, van uitgesloten.

De regeling geldt alleen voor Joden, Sinti en Roma op wie doelbewust genocide is gepleegd. Maar al snel nadat de NS de tegemoetkoming bekendmaakte, protesteerden nabestaanden van verzetsmensen. Ook verzetsstrijders zaten immers in de treinen van de NS die hen naar de concentratiekampen brachten.

En daar kan je de dwangarbeiders ook toe rekenen, vindt de Stichting Dwangarbeiders Apeldoorn. Die is opgericht ter herinnering aan de razzia's die eind 1944 in Apeldoorn plaatsvonden. Duizenden Apeldoorners werden toen weggevoerd naar werkkampen in Duitsland, waarvan zo'n 800 met de trein naar Kamp Rees.

'Na de spoorstaking'

'Ik heb contact gehad met de NS of ze ook willen nadenken over de dwangarbeiders, maar zij antwoordden: in principe niet, want die vonden plaats na september 1944, na de spoorstaking. Maar wie reed die treinen dan wel? Ze zijn wel vertrokken van NS-stations', licht voorzitter Arend Disberg toe.

Naar eigen zeggen krijgt hij nog elke week mails van overlevenden. 'Als jullie ons niet hebben weggehaald, wie dan wel? Laat de NS dat maar goed uitleggen', illustreert hij hun vragen. 'We zijn heel blij dat er een tegemoetkoming is voor Joden, Sinti en Roma. Die hebben dat verdiend. Maar wij dan? Het gaat om een vorm van erkenning.'

Ook in Haarlem en Den Haag waren in die tijd razzia's. 'In totaal gingen er zo'n 3500 naar Kamp Rees, waar 350 tot 650 mensen zijn overleden.'

Gesprek

De NS praat op 3 oktober met nabestaanden van verzetsmensen over hun onvrede. Disberg hoopt op een spoedig antwoord op zijn brief die hij, samen met het boek De verzwegen deportatie, maandag op de post doet.

Zie ook: