NIJMEGEN - Toen het Amerikaanse bombardement in de ochtend van 22 februari 1944 begon bevond de 39-jarige Leo Jacobs zich in de Stevenstoren in Nijmegen. Hij zat bij de Luchtbeschermingsdienst (LBD) en had die dag toevallig zijn dienst geruild met een collega. Vanaf de toren zag hij de eerste bommen op de stad vallen.

De twee torens

Jacobs was één van vijf mannen van de LBD die wacht hielden op de Stevenstoren. Zij kwamen om toen de toren geraakt werd door een voltreffer. Over de vijf mannen verschijnt vandaag een videoportret dat wordt gepresenteerd in het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis. Normaal gesproken zou Jacobs dienst hebben gehad in de Marathontoren aan het Goffertstadion. Maar deze had hij die dag toevallig geruild met een collega van de Stevenstoren. De twee torens waren de enige twee torenposten van de Luchtbeschermingsdienst in Nijmegen. Volgens Hardy Beekelaar van de werkgroep Oorlogsdoden Nijmegen hadden de mannen een pure waarnemingstaak. 'Zij hadden tot taak te waarschuwen als er onraad in de lucht was. Andere groepen konden daarna ingeschakeld worden om burgers in veiligheid te brengen.'

Zijn laatste woorden

De Amerikaanse bommenwerpers hadden die dag tot missie vliegtuigfabrieken te bombarderen in de Duitse stad Gotha. Vanwege slecht weer kon de actie niet worden uitgevoerd. Terugkeren met een bommenlading mocht niet, dus moest de lading ergens anders worden gelost. De bommenwerpers besloten gelegenheidsdoelen op te zoeken en bombardeerden daarmee Nijmegen. Tijdens het bombardement was Leo met vier anderen op de toren. Hij heeft als laatste persoon contact gehad met de centrale LBD-post aan de Fagelstraat. 'Twee minuten voordat de bommen vielen had hij gezegd dat hij naar beneden ging. Hij kwam hijgend terug en riep "Bommen op het Kelfkensbos!" Daarna hoorde men een verschrikkelijk gekraak en dat waren tevens zijn laatste woorden.'

Een noodlottige ruil

De Stevenstoren werd geraakt door een voltreffer waardoor de mannen inclusief de toren werden weggeblazen. Het duurde daarom een aantal dagen voordat ze gevonden werden. Jacobs was terechtgekomen op drogisterij Dirk Katje aan de Ganzenheuvel. Deze was zo'n zestiger meter van de toren verwijderd. De andere vier waren met de toren op de gebouwen aan de Stikke Hezelstraat terecht gekomen. Vanaf de Marathontoren zag men hoe de Stevenstoren geraakt werd. 'Diegene met wie Jacobs zijn dienst had geruild moet enorm blij zijn geweest dat hij er niet was', aldus Beekelaar.

In 2016 werd al een monument onthuld voor de vijf mannen. De zoon van Martinus Kersten, één van omgekomen mannen, was hierbij aanwezig.

Videoportret

De presentatie is vanmiddag om 16:30 te zien in het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis. Hierbij zullen de vijf mannen die omkwamen centraal staan. Hardy Beekelaar is zelf ook aanwezig en zorgt voor een historische inleiding. Het videoportret is na de presentatie ook te zien op het YouTube kanaal van Huis van de Nijmeegse Geschiedenis.