LOENEN - De nabestaanden van zeven soldaten die in de Tweede Wereldoorlog tijdens de Japanse bezetting in Nederlands-Indië op gruwelijke wijze werden vermoord, namen zaterdag op het Nationaal Ereveld in Loenen een oorlogskruis in ontvangst.

De krijgsgevangen soldaten werden op 19 januari 1942 uit vergelding voor het doen zinken van twee Japanse schepen om het leven gebracht. In totaal ging het om 215 soldaten, hun lichamen werden in zee gegooid. Ruim 70 jaar later namen enkele nabestaanden van de vermoorde soldaten uit het Koninklijk Nederlands-Indische Leger (KNIL) de onderscheiding op het Nationaal Ereveld Loenen in ontvangst.

Op het ereveld werden aan nabestaanden de Mobilisatie-Oorlogskruizen uitgereikt. Zeven jaar geleden werd daar een speciaal monument voor ze onthuld, nadat actrice Wieteke van Dort van een nabestaande hoorde over het drama. Zij maakte zich hard voor een monument omdat de vermoorde soldaten slechts een zeemansgraf hadden gekregen. Tijdens de postume uitreiking van de oorlogskruizen was ze wederom aanwezig om bij het monument een aantal liederen ten gehore te brengen. 

(tekst gaat verder onder de reportage)

Verdediging Tarakan

Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht Hans van Griensven reikte de zeven Mobilisatie-Oorlogskruizen uit. De KNIL-soldaten waren in 1942 gelegerd op het eiland Tarakan voor de oostkust van Borneo. Bij de verdediging van Tarakan wisten de KNIL-soldaten twee Japanse mijnenvegers tot zinken te brengen. Maar ze wisten niet dat de strijd eigenlijk al was opgegeven. De Japanners hadden de telefoonlijnen doorgesneden, daardoor had het capitulatiebericht hen nog niet bereikt. Toen de ­commandant de vijandelijke schepen zag gaf hij dan ook opdracht het vuur te openen.

Uit wraak voor de tot zinken gebrachte mijnenvegers besloten de Japanners de KNIL-soldaten na de verovering van Tarakan over te brengen naar een van hun schepen. Daar werden ze met bajonetten neergestoken en vervolgens geboeid overboord gegooid, op de plek waar de twee mijnenvegers tot zinken waren gebracht.

Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht Hans van Griensven over het lot van elk van de zeven KNIL-soldaten:

Onderscheiding ingesteld door Wilhelmina

Ook de Apeldoornse nabestaanden van Henk Maigret ontvingen een oorlogskruis. Het Mobilisatie-Oorlogskruis is een Nederlandse onderscheiding, ingesteld door koningin Wilhelmina, in een koninklijk besluit van 11 augustus 1948.

Op 1 december 1992 stelde koningin Beatrix het kruis opnieuw in waarbij de voorwaarden werden gewijzigd en het besluit van 1948 werd herroepen. Het kon worden aangevraagd, en vervolgens gekocht, door militairen en oud-militairen die in werkelijke Nederlandse dienst zijn geweest in een periode rond 1940. Het kruis diende in 1948 zelf aangevraagd te worden bij de 'Commissie betreffende het Mobilisatie-Oorlogskruis' dat in Den Haag zetelde. De gedecoreerden moesten 7,50 gulden voor het kruis betalen.

Vierarmig, bronzen kruis

Het door Frans Smits ontworpen Mobilisatie-Oorlogskruis 1939-1945 is een vierarmig, bronzen kruis met een middellijn van iets meer dan 4 centimeter. De armen lijken op zwaardpunten. Tussen de armen van het kruis zijn twee gekruiste steekwapens, het besluit spreekt van 'stormdolken', op een kleine stralenbundel geplaatst. In het midden van het kruis is de in de mobilisatiedagen gedragen helm van de Nederlandse infanterie geplaatst met daarop een lauwertak.

De achterzijde is vlak, met in een cirkelvormig uitgediept vlak de in reliëf uitgevoerde tekst 'DEN VADERLANT GHETROUWE', een citaat uit het Wilhelmus. Het lint is paars met een smalle oranje middenstreep.