VORDEN - Als het op 9 januari 1943 licht wordt in Hackfort liggen er brokstukken van een vliegtuig over een groot gebied verspreid. De avond ervoor is een geallieerde Lancaster bommenwerper om 19.23 uur in de lucht geëxplodeerd na een aanval van een Duitse nachtjager.
De bemanning van links naar rechts: Wardrop, Foote, Smith(vloog niet mee), Brogan, McLennan, McKenzie - Collectie K. Lusink, Drempt - ARGA.
Jean Kreunen van het Achterhoeksmuseum 1940-1945 heeft in 2012 een onderdeel van het toestel in zijn collectie kunnen opnemen. Ter gelegenheid daarvan is een artikel over de crash op de site van zijn museum verschenen.
Het toestel is die vrijdagmiddag om tien voor half zes opgestegen van het Britse vliegveld Waddington. Het doel is om samen met een flink aantal andere door jagers beschermde bommenwerpers Duisburg te bombarderen. Maar zover komt deze Lancaster niet. Boven de Achterhoek wordt het vliegtuig 'gevangen' in een lichtkegel van een zoeklicht. Daardoor is het toestel een makkelijke prooi voor de Messerschmidt van Oberleutnant Ludwig Becker van het op vliegveld Deelen gestationeerde eerste Nachtjagdgeschwader.
Brokstukken komen neer
Op het moment dat het vliegtuig wordt getroffen, is Hackfort hierdoor enige tijd zo verlicht dat het net lijkt of het dag is. Het vliegtuig vliegt door de beschieting in brand en verliest zijn staartstuk, zodat het onbestuurbaar wordt. Het staartstuk komt voor een groot gedeelte samen met de benzinetank terecht in het Dickmansbos. Het andere gedeelte van de staart komt bij boerderij Tichelman van H. Steenblik terecht. Kort hierna is komt er één parachutist naar beneden; hij overleeft de sprong niet omdat zijn parachute niet goed bevestigd is. Hij komt terecht tussen de boerderijen Leunk en Tichelman. Hoewel de grond die januari-avond stijf bevroren is, is de impact van de klap zo groot dat op grond op de plek waar de vliegenier neerkomt een gat van zo'n 30 centimeter diep ontstaat. Zijn lichaam ligt niet in dat gat, maar is er weer uit gestuiterd. De parachute is 150 meter verderop gevonden. Ten noorden van boerderij Tichelman is de volgende dag een mitrailleur gevonden. Met een nijptang heeft de vinder, H. Steenblik, geprobeerd patronen eruit te krijgen, daarna heeft hij het wapen begraven.
Een bommenwerper ´gevangen´ in een lichtstraal van een zoeklicht - Achterhoeksmuseum 1940-1945
Na het verliezen van die verschillende onderdelen, stort de Lancaster met grote snelheid neer tussen de boerderijen van J.L. Klein Brinke en D. Norde. Tot vijf minuten na de crash vallen er nog brokstukken uit de lucht, verspreid over een groot gebied. Omdat de Lancaster op de heenweg is, hangt er nog een bom aan het vliegtuig. En dat is een flinke: een 4000 ponder met meer dan 1000 kilo springstof. Daardoor is er bij de crash een enorme explosie, er blijft dan ook niets van het vliegtuig over.
Alle bemanningsleden worden weggeslingerd, een van hen is totaal uiteen gereten. De romp komt in een sloot terecht aan de andere kant van de Kruisdijk. Later heeft een boer uit de omgeving tijdens het ploegen van zijn akker nog een hand en een voet gevonden. De overige vier bemanningsleden komen in de buurt van het vliegtuig terecht. Eén wordt door de explosie over hoge eiken geslingerd en belandt in het weiland van een andere boerderij
Schade aan boerderijen
Door de ontploffing wordt er ook een gedeelte van het rieten dak van de boerderij van Klein Brinke weggeslagen. Bij zeven boerderijen in de omtrek sneuvelen de ruiten en is er schade aan de daken. Het vliegtuig heeft ook fosfor-brandbommen aan boord, die door de explosie zijn weggeslingerd en overal liggen te branden.
Kort na de crash verschijnt de Vordense politie, gevolgd door twee vrachtwagens met Duitsers van een speciale eenheid, zij sturen de plaatselijke politie meteen weg. De Duitsers komen uit Toldijk en zijn verantwoordelijk voor alle vliegtuigen die hier in de regio worden neergeschoten. Zij zijn voor hun doen snel ter plaatse, omdat zij dachten dat er een Duitse jager is neergeschoten.
In 2012 is deze boordmitrailleur, de Browning .303 Mark II gevonden. Vrijwel zeker afkomstig van de neergestorte Lancaster - Achterhoeksmuseum 1940-1945
De Duitsers bewaken de resten van het vliegtuig dag en nacht: er mag niks worden weggehaald. Vooral ’s nachts zijn de Duitsers zeer gespannen, en schieten ze op alles wat beweegt. Op zaterdagmorgen 9 januari wordt er echter toch wat gestolen, maar door een van de Duitse bewakers. Die denkt zijn slag te kunnen slaan door een portemonnee en ringen van een van de piloten te stelen. Maar boer Klein Brinke heeft dat gezien en meldt het aan de Vordense politie, die dat weer doorgeeft aan de Duitsers. Die nemen de zaak hoog op en Klein Brinke moet in Toldijk de Duitser aanwijzen. Bij het leeghalen van de zakken van de aangewezen Duitser komen er ringen en een portemonnee te voorschijn. Voor deze daad is de Duitse soldaat later geëxecuteerd.
Begrafenis
De stoffelijke overschotten van de Britten worden op diezelfde zaterdag geborgen. Ook mensen uit de buurt hebben daarbij geholpen. Bij het oppakken van de stoffelijke overschotten moest men goed uitkijken, want verschillende lijken vliegen in brand door het nog aanwezige fosfor. Op 10 januari zijn de bemanningsleden begraven, er mogen geen Vordenaren bij aanwezig zijn. De resten van vier van de bemanningsleden zijn in maar twee graven geplaatst omdat ze niet meer te identificeren waren. De andere inzittenden hebben wel een eigen graf gekregen. Hoewel ze er niet bij mogen zijn, staan er wel veel mensen bij de hekken van de begraafplaats te kijken, om een laatste eer te bewijzen aan de bemanningsleden:
Piloot Dick Foote, 22 jaar
Navigator Munro McKenzie, 19 jaar
Tweede piloot Maxwell Wilson Stephenson, 23 jaar
Navigator William Thomas McLennan, 31 jaar
Rugkoepelschutter Patrick George Brogan, 19 jaar
Staartschutter Robert Kilpatrick Wardrop, 33 jaar
Radiotelegrafist en boordschutter George Mitchell, leeftijd onbekend