ARNHEM - Omdat de Duitsers na Operatie Market Garden bang zijn voor een geallieerde opmars door Nederland, zetten ze in december 1944 de Betuwe onder water. Op 2 december blazen ze een gat in de Drielsedijk bij Elden. Het ijskoude Rijnwater stroomt de Betuwe in en ook 'Het Manneneiland' bij Lent komt langzaam onder water te staan. Op 4 december moeten de laatste achtergebleven mannen het gebied verlaten.

Na Operatie Market Garden in september 1944 wordt het land tussen de Waal en de Rijn de grens tussen de geallieerden in het zuiden en de Duitsers in het noorden. De Betuwe ligt nu midden in de frontlinie en er wordt hevig geschoten van beide kanten. De burgerbevolking zit midden in het oorlogsgeweld en moet in november evacueren. Bijna alle vrouwen en kinderen vertrekken, zo'n 4-duizend mannen weigeren te vertrekken en blijven achter om een oogje te houden op de huizen, het land het vee. Het stuk niemandsland bij Lent is half overstroomd en omringd door water en wordt ook wel 'Het Manneneiland' genoemd omdat er op dat moment alleen nog maar mannen verblijven, burgers en militairen.

De geallieerden zijn zich er heel goed van bewust dat het gebied kwetsbaar is voor overstroming. Met het oog op dat risico ontwikkelen ze Operatie Noah, een evacuatieplan. Op 2 december blazen de Duitsers de Rijndijk bij Elden op en het eiland begint langzaam vol te stromen met rivierwater.

Een Duitse propagandafilm over de onderwaterzetting: 

Het gebied wordt op dat moment verdedigd door twee Britse infanterie divisies (de 51ste Highland divisie en de 49ste divisie) onder commando van het II Canadian Corps. Als de dijken breken, wordt duidelijk dat op zijn minst een deel van het eiland moet worden geëvacueerd. Op 4 december stijgt het water nog hoger en Operatie Noah wordt in werking gesteld, iedereen moet het gebied verlaten. Die dag inspecteert de chef van het II Canadian Corps, brigadier Elliot Rodger, de getroffen regio:

'Het water verspreidt zich langzaam en stijgt in de laaggelegen hoeken van de velden. Op sommige plekken stroomt het over de wegen naar het westen. Burgers (de weinigen die zijn achtergebleven), verzamelen hun eigendommen in boerenkarren en drijven hun vee naar het noorden via smalle weggetjes naar de spoorweg en dan naar het oosten naar een verzamelpunt bij de bruggen. De meeste militairen verlaten het eiland met boten, ze vinden het erg vermakelijk. Ook burgers mogen de boten gebruiken. Het enige dat nog boven water staat, zijn de boerderijen waar we positie hebben genomen en een dorpje dat we onder controle hebben. De weg daar tussen staat 40 centimeter onder water en het stijgt nog steeds gestaag'.
Brigadier Elliot Rodger

De wegen zijn nog maar nauwelijks begaanbaar - foto publiek domein

De Groesbeekse Petronella Dozy schrijft op maandag 4 december 1944 in haar dagboek:

'De Duitsers hebben op enige plaatsen de dijken van de Betuwe opgeblazen met het doel de geallieerden in het westelijk deel als ratten te laten verdrinken, de golven overstromen thans het vruchtbare land. Een Betuwenaar is gaan kijken hoe zijn steenfabriek er bij ligt en meldt dat het water op sommige plekken tot drie meter hoog staat. Met deze opzettelijke overstroming zouden de Duitsers de waarheid ondervinden van het oude gezegde: "wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in." De Duitsers telden onder hun gelederen blijkbaar geen waterbouwkundigen en zelfs geen mensen met gewoon gezond verstand die begrepen zouden hebben door welke oorzaak Rijn, Waal en Maas allen naar het Westen toe stromen. Aanvankelijk golfde het water door de gaten over de Overbetuwe en zette de Engelse stellingen onder; doch het stroomde verder, zijn natuurlijke weg volgend naar de lager gelegen Neder-Betuwe en steeg daar, gevangen tussen de dijken, steeds hoger. Tot groot ongerief van de Edelgermanen die thans de meeste last kregen van het element dat zij aan zich dienstbaar hadden willen maken en niet wisten te beheersen. De mannen van de rivieren gnuifden bij deze kapitale vergissing'.
Petronella Dozy

Petronella krijgt gelijk, door de hoge waterstand bezwijkt op 6 december de Liniedijk tussen Ochten en Kesteren. Dit gebied is in Duitse handen en nu komen ze dus zelf in de problemen, ze moeten zich terugtrekken. Helaas worden ook de bewoners van het gebied zwaar getroffen. Met de onderwaterzetting wordt de provincie Gelderland veruit het zwaarste getroffen, maar liefst 52.000 hectare is overstroomd geweest, met als gevolg een enorme schade.

Elden onder water - foto Gelders Archief, Stiboka