ARNHEM - Arnhemmer Pieter de Booys (1898-2003) en zijn zoon Pieter junior (91) staan met twee foto's in het boek 'De Tweede Wereldoorlog in 100 foto's'. Het NIOD, het Instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocidestudies, heeft na uitgebreide landelijke selectierondes, (waarbij publiek met inzendingen kon komen), acht Gelderse foto's in het boek geplaatst. Uniek is dat de fotografen-familie De Booys dus met meerdere afdrukken 'de 100' heeft gehaald.
Het gaat daarbij om één foto van het door de Duitsers plunderen van woningen en om één afbeelding van uit concentratiekamp Buchenwald teruggekeerde mannen die op straat zitten.
Foto's collectie PJ de Booys sr. en jr./Gelders Archief
Beide opnames zijn in Arnhem gemaakt, van de eerste is niet helemaal duidelijk of vader PJ of zoon Pieter junior de opname heeft gemaakt, dat blijft dus in de familie.
In de pop-up-expositie met 50 Gelderse foto's, die zodra het weer kan door de provincie gaat reizen, zitten in ieder geval drie PJ de Booys-foto's. Zoon Pieter Johannes junior, nu 91 en nagenoeg blind, zegt met gevoel voor understatement over hun oorlogsjaren: 'We hebben wel wat gedaan hoor, we hebben niet stilgezeten', en van opscheppen houdt ie niet als wordt gevraagd of hij trots is op de beroemde De Booys-foto's.
Tekst loopt door onder video.
Vier Arnhemse foto's bij de laatste acht
De zes andere Gelderse foto's die in het boek staan zijn een opname van het gebombardeerde centrum van Nijmegen waar een winkelklok is stil blijven staan, een vrouw met kinderen op een akker bij Lichtenvoorde die omhoog kijken naar geallieerde bommenwerpers, bevrijders die via de uiterwaarden naar Arnhem trekken, een razzia in de Arnhemse Bloemstraat gefotografeerd vanuit een winkel, drie Joodse mannen die tussen Zoelen en Tiel voor de grap poseren bij een 'Joden ongewenscht'-bord, en de foto van de Apeldoornse politiefotograaf Jan Muda van de doorzeefde auto van SS- und Polizeiführer Rauter bij Woeste Hoeve. Van de acht Gelderse foto's zijn er dus vier in of bij Arnhem gemaakt. Klik hier voor alle 8 foto's.
Pieter Johannes de Booys (3 oktober 1898 Amsterdam - 31 augustus 2003 Groessen) is vooral bekend van zijn foto's van evacuerende Arnhemmers, plunderingen door de bezetter en opnames van de verwoeste stad. Na zijn lagere school volgt hij een technische opleiding en gaat op een suikerplantage in Nederlands-Indië werken. Hij trouwt met de Amsterdamse Adriana Willemsen en wordt vader van een dochter, Nel en een zoon die zijn namen krijgt; Pieter Johannes. Vanwege de economische crisis keert de familie in de jaren dertig terug naar Nederland. De Booys kiest dan voor het vak fotografie en volgt een korte opleiding aan een fotovakschool in Berlijn. Met financiële steun van zijn schoonouders opent hij een fotohandel op de hoek van Grote Oord en Jansplaats in Arnhem. Omdat fotograferen steeds populairder wordt en veel toeristen de Rijnstad bezoeken gaan de zaken goed. In de oorlog worden filmrolletjes steeds schaarser en in november 1944 legt de bezetter een fotografeer-verbod op. De Booys houdt negen kleinbeeldfilms achter waarmee hij tijdens de oorlog met gevaar voor eigen leven heel belangrijke foto's zal maken.
Arnhemse foto's naar Neurenberg-proces
Met een Ausweis als monteur die voor het waterleidingbedrijf werkte kon De Booys zich vrij door Arnhem bewegen. Vaak maken hij en soms zijn zoon foto's vanuit een leegstaande bovenwoning. De Duitsers op straat keken niet omhoog en dachten dat de stad leeg was na de evacuatie na het mislukken van Market Garden najaar 1944. De foto's van de plunderingen hebben tijdens de na-oorlogse processen van Neurenberg nog als bewijsmateriaal tegen de nazi's gediend. Pieter junior zou de fotozaak van zijn vader overnemen en tot 1983 runnen.
De Gelderse pop-up-expositie waar de foto's van vader en zoon te zien zullen zijn laat door de corona-crisis nog op zich wachten. Het boek 'De Tweede Wereldoorlog in 100 foto's' waar de twee foto's van PJ de Booys in staan is vanaf begin mei verkrijgbaar in de boekhandel.