ARNHEM - De 18-jarige Frederika (Riet) Ariëns werkt op zondag 17 september 1944 in het Arnhemse Elisabeths Gasthuis aan de Utrechtseweg. Het ziekenhuis komt die dag midden in de frontlinie te liggen tijdens de Slag om Arnhem. De jonge vrouw wil die morgen eigenlijk naar de kerk maar de portier van het Gasthuis wijst richting Oosterbeek waar honderden parachutisten naar beneden komen. Ze beseft dat ze niet weg kan, maar kan dan nog niet weten hoe heftig de komende dagen zullen verlopen.
Het ziekenhuis besluit om de redelijk herstelde patiënten via de Rijnbrug naar huis te laten lopen. De zieken blijven in bed en zullen een paar dagen later worden geëvacueerd. De gewonden (burgers en militairen) beginnen die zondag binnen te stromen. Aan de achterkant van het Gasthuis komen soldaten naar binnen, Riet: 'Ze vragen in het Duits hoe het hier is en of het veilig is maar we geven geen antwoord. Daarop vragen ze naar de directeur en we zeggen dat hij zich ergens in het ziekenhuis bevindt. Later blijken het een Nederlander en een Engelsman te zijn, ze hebben sigaretten bij zich en iedereen neemt een trekje. We zijn bevrijd !'.
Het hoofd van de patiënt rolt de tuin in
Het personeel denkt dat dit de bevrijding is, maar korte tijd later vallen de Duitsers binnen en nemen de controle over het ziekenhuis over. Het blijft een continue wisselend strijdbeeld, dan weer zijn de Duitsers de baas, dan weer de Engelsen. Zelfs binnen het gebouw zijn er gevechten: 'Er wordt van de ene naar de andere vleugel geschoten en de granaten vliegen naar binnen. Vanwege het gevaar moeten we allemaal naar het hoofdgebouw en de voorkant moet helemaal leeg geruimd worden, ook de paviljoens en de kamers. We draaien een bed er uit en er komt een granaat binnen, precies het hoofd van die man er af, door de tuin heen, in de achtertuin !'.
Tekst gaat door onder video
In de Rijn drijven allemaal dode dieren
Ondanks de levensgevaarlijke situatie blijft Riet in het Elisabeths Gasthuis, het verplegend personeel slaapt in de kelder. 'Er is een totaal gebrek aan hygiëne en we hebben dag en nacht dezelfde kleren aan. Alles is weg, we hebben niets, zelfs geen water! Omdat we de patiënten willen wassen lopen we met een heel stel naar de Rijn om water te halen. We lopen achter elkaar, iedere keer in de voetstappen van de voorganger om te voorkomen dat we op een mijn trappen. Het water is onbruikbaar; het is smerig en er drijven allemaal dode dieren in de rivier. Ook is het onmogelijk om de toiletten door te spoelen, dus als ze vol zijn gaat de deur op slot. En als je geen toilet meer kunt vinden ga je maar op het bad zitten want "DAT" gaat wel door. Omdat ik nog niet in opleiding ben mag ik de patiënten niet verzorgen, maar wel helpen om hen vanuit de barakken naar een veilige plek te verplaatsen. Ze schoten uit de Betuwe gewoon op het huis (Elisabeths Gasthuis), die Duitsers, ondanks het Rode Kruis aan de gevel'.
Een gebakje als toetje
De strijdende partijen maken uiteindelijk afspraken; de gewonde Engelsen liggen op de bovenverdieping en de gewonde Duitsers op de begane grond. Riet: 'De nonnen van het ziekenhuis zijn van een Duitse Orde en hebben een goed bevoorraadde keuken tot hun beschikking. Zo hebben ze ook veel fruit in blik, wat goed van pas komt nu er geen drinkwater is. Zo'n luxe hebben we de hele oorlog niet meegemaakt. Aan eten en drinken is er dus voldoende. We eten zelfs wel eens gebak als toetje ! Ze bewaren de voorraden in de villa naast het ziekenhuis. Omdat we verder geen middelen en mogelijkheden hebben om hulp te bieden moet al het personeel en de overgebleven patiënten na een week evacueren'.
Vader overleeft bombardement Huissen niet
Het personeel dat bij familie onderdak kan krijgen mag van de Duitsers vertrekken, de Slag om Arnhem is verloren. De nonnen, en het andere personeel met de patiënten gaan naar Otterlo. 'We krijgen instructies hoe we van het Elisabeths Gasthuis naar het Diaconessen Ziekenhuis moeten lopen, maar krijgen eerst een waterglas gevuld met wijn aangeboden door de nonnen. Ze willen ons beschermen voor alle narigheid die we onderweg tegen zullen komen, maar we hebben inmiddels al zoveel gezien. We overnachten in het Diaconessen Ziekenhuis en slapen met een heel stel op de grond in de eetzaal'. Frederika en haar zus Til evacueren richting Achterhoek. Onderweg krijgen ze het vreselijke nieuws dat hun vader is omgekomen bij het bombardement op Huissen.
Tijdens de bevrijdingsfeesten op de Dam beschoten
De zussen komen met een omweg in een Amsterdams ziekenhuis terecht waar ze hun verpleegsters-opleiding vervolgen. Ze maken daar de bevrijding mee, maar ook de schietpartij op de Dam op 7 mei waarbij 32 doden vallen. De verpleegster zingt mee met de feestende bevolking tot de eerste schoten vallen: 'Ik ben bij mijn kladden gegrepen, ergens naar binnen getrokken en ik weet alleen dat ik die andere avond wel om 22.30 uur weer op de afdeling (van het ziekenhuis) was. Daar tussenin weet ik niets meer, waarschijnlijk toch een shock'. De zussen lopen er later ook mee in een bevrijdingsdefilé voor koningin Wilhelmina: 'Een paar weken later in juni tijdens een bevrijdingsfeest loop ik met mijn zus in een grote groep Amsterdamse verpleegsters tijdens een defilé langs de Koningin op de Dam. Omdat wij evacués uit Arnhem zijn, mag mijn zus de vlag dragen'.
Boven midden, Til met de vlag, links van haar Riet zelf - foto Geert Visser
Met dank aan Historische Kring Elden.