NIJMEGEN - Tientallen jaren werd gedacht dat het om een vergissing ging; dat de Amerikaanse bommenwerperbemanningen die op 22 februari 1944 hun last boven Nijmegen afwierpen, dachten een Duits doel te hebben getroffen. Na de oorlog volgden meerdere onderzoeken. Het laatste door de Nijmeegse historicus Joost Rosendaal in 2009. Zijn conclusie: de Amerikanen namen bewust een groot risico: “Er is bewust een gelegenheidsdoel gebombardeerd, dat echter niet eensluidend geïdentificeerd was”. Geen vergissing dus, aldus Rosendaal, maar een 'faux pas', een misstap. Een misstap met fatale gevolgen.
Een paar jaar eerder bevestigde het NIOD nog de op dat moment overheersende visie dat er sprake was van een vergissing. Een visie die jaren eerder de basis vormde van het boek De Fatale Aanval van Alfons Brinkhuis. Hij sprak van een vergissingsbombardement; het gevolg van een combinatie van factoren waaronder slecht zicht, miscommunicatie met de basis, toestellen die uit de koers waren geraakt en bewolking die een goede oriëntatie onmogelijk maakte.
Opname vanuit een van de toestellen: bommen slaan in in het centrum van Nijmegen. Linksboven op de foto het Keizer Karelplein - foto archief
Er werd naar gelegenheidsdoelen gezocht aan de Duitse kant van de grens, maar door genoemde problemen werden Nederlandse steden voor Duitse aangezien. Enschede, Deventer, Arnhem en Nijmegen werden aangevallen.
Nijmegen werd het zwaarst getroffen. Rosendaal stelt later over het gelegenheidsdoel Nijmegen: een stad met een spoorwegemplacement en tamelijk grote gebouwen die als opslagplaatsen oogden. Maar de bommen die bedoeld waren voor de stationsomgeving (het gelegenheidsdoel) kwamen veel eerder neer en legden het stadscentrum in puin. Er vielen zo'n 800 doden.
Duits propagandapamflet - afbeelding publiek domein
De Duitse propaganda wist wel raad met het bombardement en versterkte het beeld van de geallieerde bomaanvallen als pure terreur, gericht op onschuldige burgers. De indrukwekkende beelden van de verwoesting en de begrafenis van de honderden slachtoffers in onafzienbare rijen met kisten werden breed uitgemeten in de bioscopen gebracht.
Vanwege de manier waarop de Duitsers het bombardement destijds misbruikten, het feit dat het door een bondgenoot was uitgevoerd en de overtuiging dat er sprake was van een 'vergissing', kreeg het bombardement jarenlang weinig aandacht.
Pas begin jaren '80 is er een eerste herdenking. Begin jaren '90 krijgen ooggetuigen en nabestaanden tijdens het Nijmeegs Vertelfestival voor het eerst de kans hun hart te luchten en in 2000 wordt op het Raadhuishof achter het gemeentehuis het monument De Schommel geplaatst, een permanente plek van bezinning en locatie van de jaarlijkse herdenking (foto boven artikel).
Lijst met de namen van de slachtoffers op de site van de historische vereniging Noviomagus