HUMMELO - Op 29 januari 1943 komen 120 Haagse weeskinderen aan op kasteel Enghuizen in Hummelo, omdat hun onderkomen is gevorderd door de overheid. Ze blijven er tot aan het einde van de oorlog en beleven er spannende tijden.

Hummeloër Henk ten Zijthoff schreef er een artikel over. Hieronder een samenvatting van zijn verhaal.

In 1943 moet het weeshuis op last van de Duitsers gedwongen evacueren vanuit Scheveningen vanwege de aanleg van de “Atlantikwall”, een verdedigingslinie langs de gehele kuststrook van West Europa  tegen een dreigende Geallieerde invasie. De kinderen moeten ergens anders worden ondergebracht. Via contacten komen ze op kasteel Enghuizen in Hummelo terecht, dat op dat moment leeg staat. Op 29 januari 1943 maken 120 kinderen de lange reis naar de Achterhoek. Eerst worden ze opgevangen in de zaal van Café Wassink in Hummelo en van daaruit gaat de groep naar kasteel Enghuizen. Onder hen zijn de weeskinderen Gerrit van Zeijl, dan 7 jaar oud, en Fred Hierck van 8 jaar. Fred en Gerrit zijn tot dat moment zelfs nog nooit buiten het weeshuiscomplex geweest, dus voor hen is de reis een groot avontuur, ze komen in een totaal andere wereld terecht. 

De kinderen van het Haags Hervormd Weeshuis gaan naar scholen in de omgeving. Gerrit en Fred komen op de christelijke Van Schuijlenburgschool in Hoog-Keppel. Schoolhoofd Hendrik Jan ten Zijthoff is volgens Gerrit een strenge man die als ‘t nodig was een trucje had om je bij de les te houden: ‘Hij pakte je dan onder je kin vast. Nou, dan wilde je echt wel even luisteren naar wat hij te zeggen had!’ 

De Haagse weeskinderen voor Kasteel Enghuizen, Gerrit van Zeijl staat derde van links - foto Gerrit van Zeijl

Door het oog van de naald

In 1944 worden op het kasteel ook gewonde Duitse militairen ingekwartierd. Ze eigenen zich hammen toe, die in de kelder van het kasteel hangen. Gerrit vertelt dat het inpikken van de hammen een paar kinderen te gortig wordt: zij pikken een deel van die hammen terug. De militairen zijn woedend, ze willen er speurhonden bijhalen om de hammen terug te vinden. Wat te doen? Het vernuft van de kinderen wint! In de keuken staat een grote elektrisch aangedreven aardappelschraper. De schillentroep komt onder in een bak terecht en die massa wordt dagelijks met een kruiwagen het bos in gereden en daar gedumpt. De hammen verdwijnen eerst in de schillentroep en worden vervolgens in het bos begraven. Het incident loopt met een sisser af.

Het kasteel onder vuur

Na Operatie Market Garden in september 1944 wordt het grimmig in het kasteel. Nederland is nog niet bevrijd en de hevige gevechten bij de slag om Arnhem leveren ook voor de Duitse troepen veel ellende op. Kasteel Enghuizen wordt gevorderd voor de inkwartiering van gewonde Duitse 
militairen. Er zijn voortdurend beschietingen vanuit de lucht door geallieerde toestellen. Gerrit herinnert zich dat er bij zo’n beschieting op een Duitse militaire vrachtauto ineens een enorme explosie is. Alle ruiten van het kasteel liggen eruit. Hij is acht jaar en panisch voor het oorlogsgeweld. Omdat de Duitsers steeds meer ruimte in het kasteel vorderen, moeten de weeskinderen hun verblijf op Enghuizen beëindigen.

Ansichtkaart van Kasteel Enghuizen, waar de weeskinderen verbleven

Op een zondag in oktober 1944 roept dominee Goedhart de kerkgangers in Hummelo op om pupillen onder te brengen bij particulieren in de omgeving. Gerrit belandt voor één nacht op een boerderij richting de stad Arnhem. Na deze ene nacht vertrekt hij naar een ander adres. Hij is daar nog niet aangekomen of er vindt opnieuw een luchtaanval plaats. Gerrit vlucht in paniek de hooiberg in en wacht de aanval diep in het hooi af. Als de aanval voorbij is, ligt de boerin dood op het erf en Gerrit moet meteen weer vertrekken naar een ander adres. Hij komt bij boer Hebink aan de Bakerwaardseweg in de gemeente Steenderen. Ook Fred Hierck wordt na Enghuizen elders ondergebracht. Eerst naar de familie Jansen van de Beuten en later bij de familie Legters in Achter-Drempt. 

Een schat voor het leven

Fred Hierck wordt door mevrouw Legters ontvangen met een kop thee en een koekje. Haar zoontje bekijkt Fred alsof hij van een andere planeet komt. Mevrouw Legters (tante Bertha) neemt de kleine Fred bij haar op schoot om hem gerust te stellen. Ondanks alle jaren die voorbij gingen, kan Fred zijn ontroering nog steeds nauwelijks de baas. ‘Voor het eerst in mijn leven zat ik als jongetje bij een vrouw op schoot die mij gerust probeerde te stellen.’ Deze herinnering is onuitwisbaar. Fred noemt het voorval een schat voor het leven. 

Na de oorlog gaan Gerrit en Fred terug naar Den Haag, maar de Achterhoek vergeten ze nooit. Ze keren nog regelmatig terug naar Hummelo en Keppel, waaraan ze zulke mooie herinneringen koesteren. In december 2014 ontvangt de kerk in Hummelo een brief van Fred W. Hierck. Daarin dankt hij de gemeenschap van Hummelo voor hun inzet in de jaren 1943-1945 voor de groep weeshuiskinderen. In een andere ontroerende brief van maart 2015 beschrijft Hierck dat hij de tijd in Hummelo als de gelukkigste tijd in zijn leven heeft ervaren. 

Kasteel Enghuizen is na de bevrijding in 1945 in brand geraakt door onvoorzichtigheid van de Canadese troepen die in het kasteel gelegerd waren. Vanwege de hoge kosten voor wederopbouw is besloten het kasteel (grotendeels) af te breken.

Ansichtkaart van Kasteel Enghuizen, waar de weeskinderen verbleven

 

Lees hier meer over Hummelo en Keppel in de Tweede Wereldoorlog.