LIENDEN - Precies 75 jaar geleden, op 2 december 1944, liet de Duitse bezetter de Betuwe overstromen door de Rijndijk bij Elden op te blazen. De bedoeling was de geallieerden uit de Overbetuwe te drijven, maar dat liep anders.

Na het mislukken van Operatie Market Garden in september 1944 liep in de daarop volgende winter de frontlinie dwars door de Betuwe. In de herfst was er veel regen gevallen en het peil van de rivieren was hoog. De Duitsers wilden dat water gebruiken om de geallieerden uit de Overbetuwe te drijven.

Bekijk de video. De tekst gaat daaronder verder.

Het water moest westwaarts niet verder dan de liniedijk tussen Ochten en Kesteren komen, maar die was zo verzwakt dat hij bezweek onder de druk van het snelstromende water. Het gevolg was dat ook plaatsen als Lienden, Ingen en Maurik onder water kwamen te staan.

De schade was enorm

Daarmee was de ramp compleet voor zowel de Over- als Neder-Betuwe. De bevolking was grotendeels weg, maar de schade aan vee en huizen was enorm. De strijdende partijen bevochten elkaar vanuit bootjes.

Het water bereikte het westelijker gelegen Tiel echter niet. De dijk langs het Amsterdam-Rijnkanaal tussen Rijswijk en Tiel hield het, waardoor plaatsen ten westen van deze dijk wel wateroverlast hadden maar niet onderliepen.

Cirkel rond

Historicus Wouter van den Brandhof schreef een biografie over de Duitse parachutistengeneraal Kurt Student. Die gaf in december 1944 het bevel de Betuwe onder water te zetten: Operatie Ooievaar.

Van den Brandhof kreeg de oorlogsverhalen over de Betuwe op school en thuis met de paplepel ingegoten. Hij groeide op in Hemmen, dat ook onder water kwam te staan. Dat hij nu het verhaal van de Betuwe en generaal Student op papier heeft gezet, maakt voor hem de cirkel rond.

Donderdag hoopt hij aan de Radboud Universiteit in Nijmegen te promoveren op de biografie van Student.

Zie ook 11 februari: het inundatiebevel, de Duitsers herontdekken de waterlinie