VEENENDAAL - Veenendaal neemt in het najaar van 1944 soepeltjes de evacués uit Arnhem, Oosterbeek en Wageningen op die hun woonplaatsen vanwege de gevechten tijdens Operatie Market Garden hebben moeten verlaten. December van dat jaar is het dorp dat zelf zo’n 15.000 inwoners telt, met zo’n 10.000 vluchtelingen uitgebreid.
Janneke van den Berg, medewerker van het gemeentearchief: ‘Misschien speelt mee dat de Veenendaalers tijdens de gevechten bij de Grebbelinie in mei 1940 zelf hadden moeten vertrekken’. Ze draait aan het wiel van een zware kluisdeur en haalt mappen te voorschijn met carbon-doorslagen, stencils, handgeschreven kladjes, registratieformulieren en foto’s. ‘Aan de hand van alle papier krijgen we een goed beeld. Het is zo jammer dat we geen verhalen kennen van mensen die de evacuatie hebben meegemaakt: hetzij als vluchteling, hetzij als gastgezin’. Ze blijft mensen oproepen hun ervaringen te delen: ’75 jaar later is dit wel de laatste kans om ooggetuigen te vinden. We hopen dat Veenendalers of Gelderlanders uit de frontline van 1944 zich melden, zodat we in september in een tentoonstelling kunnen vertellen hoe mensen toen de opvang beleefden’. Reageren kan via This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it. of 0318-538 733
Textielbureau
De organisatie van de evacuatiedienst is zorgvuldig vastgelegd. Zo blijkt bijvoorbeeld uit getypte overzichten dat D.J. Anbeek namens het Roode Kruis gaat over de voedselvoorziening, W.J. de Bakker leider is van het textielbureau en J.M. van Leeuwen leider is van kamp Repos Ailleurs. De eerste opvang van de gevluchte Arnhemmers, Oosterbekers en Wageningers is in Eltheto, wijkcentrum van de Nederlands Hervormde kerk en kantoor van de evacuatiedienst. ‘Veel andere gebouwen waren door de Duitsers gevorderd’, vertelt Van den Berg. Handgeschreven lijsten geven aan, waar vluchtelingen konden worden opgevangen. Er is ruimte voor ze in timmerwerkplaatsen, sigarenfabrieken, garages, winkels, pakhuizen, een koetshuis en een cathechisatielokaal.
‘Thans bezet’
De evacués worden ook in scholen ondergebracht. Zo slapen 28 gezinnen in de Patrimoniumschool. ‘350 personen, 93 gezinnen’ staat op een lijst in de kolom ‘Thans bezet met’.
De kwartiergeverslijst - Afbeelding Gemeentearchief Veenendaal
Andere grootschalige opvang vindt plaats in twee voormalige kampen van Dienst Uitvoering Werken (de werkvoorziening uit de crisisjaren). Tot december, want toen werd het te koud in de houten barakken. Eentje ligt in Overberg; de ander aan de Dijkstraat in Veenendaal.
Schilkeuken
Van den Berg vouwt een grote architectentekening uit van zo’n omheind kamp. Ze wijst op het blauwe papier aan: 'de drie slaapzalen voor 84 personen in de manschappenbarakken, de privaten en urinoirs, de recreatiezaal, de waschgebouwen, de schilkeuken, de aschput, de kolenberging'. De grootste toestroom is begin oktober: dan turft de evacuatiedienst 800 nieuwelingen. Het aantal kwartiersgevers stijgt in die periode ook met 90 adressen. Een deel van de vluchtelingen moet door: te weinig plek, te weinig voedsel. November 1944 laat het hoofd van de evacuatiedienst een stencil maken: ‘U wordt dringend opgeroepen U a.s. (lege ruimte)dag te melden in gebouw Eltheto. U moet worden afgevoerd naar Leersum. Maar het aantal mensen dat in Veenendaal aanklopt voor onderdak, blijft stijgen. In december 1944 daarop spreekt de evacuatiedienst de inwoners in een getypte brief aan.
‘In de meeste gevallen kunnen wij niet anders dan onze groote waardering uitspreken voor hetgeen door onze plaatsgenoten op het gebied van onderbrenging en voeding is gepresteerd’.
Honger
Maar de hongerwinter en de strenge kou slaan toe, dus past de dienst haar richtlijn – ‘om in overleg met den kwartiergever evacués onder te brengen’ – aan. ‘Vanaf heden zijn wij, na overleg met de daartoe bevoegde instanties, besloten de evacués vanuit ons bureau onder te brengen’.
Brief/circulaire burgemeester - Afbeelding Gemeentearchief Veenendaal
Burgemeester Van Kuyk wordt streng: ‘Het gevolg hiervan is, dat een evacué (...) ook INDERDAAD bij U
M O E T worden ondergebracht’. In maart 1945 schrijft hij weer een circulaire. Daaruit valt af te lezen dat het niet altijd makkelijk was voor de gastgezinnen en de evacués.
Groot voorrecht
‘Vanaf heden zal niet worden geschroomd, de door de daartoe bevoegde instanties gegeven opdrachten streng ten uitvoer te brengen en de verleende bevoegdheden tot het uiterste te benutten, met het gevolg dat tegen onwillige kwartiergevers de scherpste maatregelen te wachten zijn’. Hij roept de inwoners op: ‘Laten wij als VEENENDALERS beseffen het groote voorrecht nog in eigen woning te mogen verblijven. Laten evenwel de EVACUÉS een open oog hebben voor de VELE opofferingen die de VEENENDALERS zich in dit half jaar hebben getroost’. In juni 1945, een maand na de bevrijding, zitten er nog steeds 2270 evacués in Veenendaal, van wie 2212 Gelderlanders.