MEGCHELEN - Voor de tiende keer lopen mensen van het Achterhoekse Megchelen naar het Duitse Rees. Ze doen dat deze zondag om stil te staan bij de slachtoffers van het dwangarbeiderskamp Rees. Megchelen en Rees zijn sinds de Tweede Wereldoorlog nauw met elkaar verbonden.

Megchelen heeft een grote rol gespeeld bij de opvang van Nederlandse dwangarbeiders uit het net over de grens gelegen kamp Rees. Een berucht kamp waar veel dwangarbeiders uit Apeldoorn zaten en waar de leefomstandigheden mensonterend waren.

Bekijk de reportage (tekst gaat verder onder de video)

Noodhospitaal

In december 1944 werden in Megchelen de eerste Nederlandse dwangarbeiders opgevangen die uit Rees waren gevlucht. De komst van de vluchtelingen leidde tot een spontaan door de bevolking opgezette reddingsactie. Jonge Megchelenaren die het gebied als hun broekzak kenden, wisten in februari 1945 enkele honderden dwangarbeiders naar hun dorp te krijgen. De ernstig verzwakte mannen werden in de dorpsschool opgevangen die was ingericht als een illegaal noodhospitaal.

Tekst gaat verder onder de foto.

Afbeelding

In het Arbeitslager Groin bij Rees werden in de open droogloodsen van een dakpannenfabriek zo’n 3500 arbeiders ondergebracht die in de zware klei onder meer tankgrachten moesten uitgraven. Het overgrote deel van hen waren mannen van 16 tot 65 jaar die bij razzia’s in Apeldoorn, Den Haag en Haarlem waren opgepakt. Ruim 300 van hen kwamen om door ontbering, ziekte of mishandeling. Vanuit Megchelen kwam al snel een spontaan hulpprogramma op gang. Mannen die het dwangarbeiderskamp konden ontvluchten, werden er opgevangen, verzorgd en verder geleid. Zo’n 1700 in totaal.

Expositie in kerk

In 2010 werd er voor het eerste een herdenking opgezet in een samenwerking tussen de Oudheidkundige Vereniging Gemeente Gendringen, Comitë Leefbaarheid Megchelen en Stadt Rees. Omdat het dit jaar de tiende keer is dat de herdenking wordt gehouden, is er een speciale expositie in de Martinuskerk in Megchelen te zien. 

Mary Heylema was met haar zus Leny bij de herdenking in Megchelen. Ze droeg een gedicht voor dat herinnert aan haar vader Teun die in kamp Rees zat.

Terug naar Rees

Op de plek waar mensen bakstenen waren,
inwisselbaar, simpel neer te leggen in de tocht,
vertrok hij toen het tijd was, zijn tijd.

De grens bereikt begon de vrijheid.
Nog een meter, nog een stap
tot aan de boerderij
die hem omarmde als een vriend.

Aangesterkt liep hij toen verder,
stad na stad het land door
tot waar zijn toekomst lag.

Maar met het stijgen van de jaren
kwam de gehate plek weer dichterbij,
al bleef de afstand even ver.
Rustig zat hij in zijn stoel, zo leek het,
alleen zijn oogopslag verried
wat niet in woorden kon gevat.
Zwijgen bleef een kurk op het verleden.

Dus laten we het opgepotte donker voor hem naar buiten brengen.
Laten we nieuwe plekken bouwen waar geleefd, geliefd mag worden.
Laten we louter bakstenen stapelen, ze warmen aan ons hart.