APELDOORN - De ruim 1200 gedeporteerde Joodse patiënten van de psychiatrische instelling Het Apeldoornsche Bosch in Apeldoorn zijn maandag herdacht. In 1943 werden ze op de trein naar Auschwitz gezet om nooit meer terug te keren.
De herdenking is elk jaar. De deportatie was in de nacht van 21 op 22 januari 1943. De Joodse psychiatrische inrichting werd ontruimd. Ruim 1200 patiënten en 50 verplegers zijn, volgens getuigen deels naakt, in hun nachtkleding en in dwangbuizen in de trein geladen en linea recta naar Auschwitz vervoerd, waar ze direct na aankomst zijn vermoord.
'Nooit heb ik wat ons is ontnomen, zo bitter, bitter liefgehad'
Sinds april 1990 herinnert een monument in het Prinsenpark aan het drama van het Apeldoornsche Bosch. Het monument, onthuld door prinses Juliana, draagt een dichtregel van Ida Gerhardt: 'Nooit heb ik wat ons is ontnomen, zo bitter, bitter liefgehad.' Jaarlijks worden bij het monument de slachtoffers herdacht.
Herdenkingssteentjes door heel Apeldoorn
Naast de herdenking van de bewoners van het Apeldoornsche Bosch, tegenwoordig 's Heerenloo, wil de stichting Joods Apeldoorn overal in Apeldoorn herdenkingssteentjes leggen op trottoirs. 'We willen daarmee de 600 Joden uit Apeldoorn herinneren die in de oorlog zijn omgekomen. De bedoeling is om de herdenkingssteentjes voor de deur van hun laatste vrijwillige woonplek te leggen', zegt Tom Fürstenberg van de stichting.
Het enige probleem is dat het uitzoeken van de namen en het opspeuren van die woningen veel tijd kost. 'We zoeken vrijwilligers die ons bij deze enorme klus willen helpen. Ze helpen met het verzamelen van gegevens en met het opspeuren van nabestaanden, zodat we die kunnen uitnodigen bij de onthulling van zo'n herdenkingssteen.'